Twee dingen vraag ik u, gun ze me zolang ik leef: Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. Want als ik rijk zou zijn, zou ik u wellicht verloochenen, zou ik kunnen zeggen: ‘Wie is de HEER?’ En als ik arm zou zijn, zou ik stelen en de naam van mijn God te schande maken. (Spreuken 30:7-9)
Vandaag is het ‘biddag voor gewas en arbeid’. Centraal staat dan vaak het gebed: Onze Vader, geef ons heden ons dagelijks brood...
n Vreemd gebed voor velen van ons. Onafhankelijk als we zijn. Als we brood nodig hebben, pakken we het. Waarom bidden: geef mij dagelijks brood? Het is er toch al?
Vijf dingen die we mogen leren:
1) Erkenning! Alle goed is bij U afkomstig.
2) Afhankelijkheid. Bidden en leven in afhankelijkheid van Vader. U gaat over onze dagelijkse zorg en levensonderhoud. U maakt het mogelijk.
3) Tevredenheid. God voorzag toen Israël door de woestijn trok met ‘s morgens het manna op de grond. Brood uit de hemel. Het volk was al snel weer ontevreden en verlangde naar de vleespotten met knoflook in Egypte. Ze wilde rijker en meer. Ze vergaten het verleden.
De bekende tv-presentator Paul de Leeuw schijnt eens gezegd te hebben: ‘Toen de welvaart bij ons thuis toenam, verdween God naar het schuurtje’. Veelzeggend. Laten we maar dagelijks bidden om brood, geen driegangendiner. Want anders zouden we ons teveel aan de aarde hechten en vergeten onderweg te zijn naar God.
4) Vertrouwen. Biddend in vertrouwen leven wat Vader ons doet toekomen. Dat moest Israël leren in de woestijn. Jezus leert volgelingen samen te leven in vertrouwen op God. Hij zorgt en geeft geen steen voor brood. Vertrouwen je toe aan hem. Hij is je Vader.
5) Oja…: Geef ons. Het ‘Onze Vader’ gaat niet om mij. Leef niet ik-gericht, maar met elkaar verbonden. Als we God geeft mogen we samen delen, zodat iedereen genoeg heeft en dankbaar leeft voor God!